Natuurbruggen: gaan mens en dier samen?

natuurbruggen:-gaan-mens-en-dier-samen?

Natuurbruggen: gaan mens en dier samen?

Posted on in Nieuws


Nederland beschikt over meer dan 70 natuurbruggen, waarvan er een aantal is opengesteld voor mensen. Leuk voor ons, maar wat betekent dit voor het gebruik en passeergedrag van de dieren? Hoewel deze vraag in binnen- en buitenland nog maar beperkt is onderzocht, geeft de monitoring bij Natuurbrug Laarderhoogt nu wel interessante resultaten. 

Onderzoeker Edgar van der Grift van Wageningen Environmental Research (midden), Martin Waanders, destijds actief als ecoloog bij RPS (rechts) en beleidsadviseur Poul Hulzink van het Goois Natuurreservaart (links) waren intensief betrokken bij het monitoringsproject op Natuurbrug Laarderhoogt.

Het is inmiddels alweer vijf jaar geleden dat Natuurbrug Laarderhoogt officieel geopend werd. De verbindingsroute is al volop in gebruik. Zowel dieren als mensen weten het Gooise paradepaardje te vinden. Het is namelijk één van de natuurbruggen die ook is opengesteld voor wandelaars, fietsers en ruiters. Zo op het eerste oog lijkt alles tussen mens en natuur pais en vree. Toch is er nog maar weinig bekend over de invloed van dit menselijk medegebruik op de diersoorten die de natuurverbinding benutten als oversteekroute.

Tot dusverre is dit in het Gooi op slechts één natuurbrug, Natuurbrug Zanderij Crailoo, onderzocht. En er loopt een vergelijkbare zevenjarige studie op de natuurbruggen Zwaluwenberg en Hoorneboeg. Ook buitenlands onderzoek brengt tot dusverre nog weinig kennis over de effecten van de menselijke medegebruikers.

Verbindende functie

Reden om met belangstelling uit te kijken naar de resultaten van het onderzoek bij Natuurbrug Laarderhoogt. Een ecoduct over de rijksweg A1 en de Naarderstraat in het Noord-Hollandse Laren, dat het noordelijke Gooi met de centrale natuurgebieden van het Gooi verbindt. De nog te bouwen natuurverbinding bij de N525, de in aanbouw zijnde natuurbrug Anna’s Hoeve en de grote faunatunnel Monnikenberg onder de rijksweg A27 verzorgen de aansluiting op de Utrechtse Heuvelrug.

Natuurbrug Laarderhoogt is bedoeld voor diersoorten van bossen en heide op droge zandgronden, zoals de ree, das, boommarter, hazelworm, zandhagedis en heideblauwtje. Daarnaast blijken jaarlijks ook duizenden mensen de oversteek te maken.

“Dat gedeeltelijk openstellen van de brug voor mensen roept een aantal vragen op”, begint Poul Hulzink, beleidsadviseur van het Goois Natuurreservaat. “Want hoe beïnvloedt het menselijk medegebruik van de natuurbrug het gebruik door de dieren? Passeren de dieren minder vaak op dagen dat er veel mensen zijn gepasseerd? Of zijn er effecten te zien op het tijdstip of de manier waarop de dieren de natuurbrug passeren?”

V.l.n.r: Edgar van der Grift, Martin Waanders en Poul Hulzink met op de achtergrond Natuurbrug Laarderhoogt.

Effect in verstedelijkt gebied

Voor de provincie Noord-Holland en haar partners – het Goois Natuurreservaat, Rijkswaterstaat en de gemeenten Laren en Blaricum – reden om het functioneren van Natuurbrug Laarderhoogt eens onder de loep te nemen. Waar het de recente trend is om faunapassages slechts een deel van het jaar te monitoren, deden Wageningen Environmental Research (WENR) en RPS dat in het Gooi over een heel jaar om een representatiever beeld te krijgen.

Bijzonder aandachtspunt is dat de brug in verstedelijkt gebied ligt. Zeker als je het vergelijkt met veel andere natuurverbindingen die op plekken met meer ruimte zijn gerealiseerd. Volgens senior-onderzoeker Edgar van der Grift van WENR biedt juist dat een interessante onderzoekscase. “Want maken de dieren waarvoor de brug bedoeld is er ook daadwerkelijk gebruik van? En zo ja, hoe vaak doen zij dit dan én voldoet dit aan de verwachtingen?”

Gelijktijdig biedt het onderzoek de kans om de effecten van de menselijke medegebruiker eens nader te onderzoeken. “Dat is ook van belang voor de maatschappelijke acceptatie van natuurbruggen”, vervolgt Poul. “Als menselijk medegebruik wordt toegestaan neemt het lokale draagvlak in veel gevallen duidelijk toe.”

Zeven dagen per week, 24 uur per dag in beeld

Het onderzoeksteam richtte zich primair op de doelsoorten ree, das en boommarter. Een jaar lang zijn hun bewegingen 24 uur per dag nauwlettend vastgelegd. Dat gebeurde met digitale fotocameravallen met infrarood- en bewegingssensor. Zeker bij dieren is dan vooral de reactietijd van belang. “De camera’s die we voor dit onderzoek gebruikten behoren tot de snelste cameravallen die beschikbaar zijn op de markt”, weet de betrokken ecoloog Martin Waanders die de monitoring destijds vanuit RPS uitvoerde.

Hij legt uit: “De camera maakt tien opnamen direct na elkaar op het moment dat een passerend dier de cameraval activeert. Dit maakte het mogelijk om diverse kenmerken van de observatie goed vast te leggen, zoals diersoort, de richting en manier van lopen en het gedrag.”
Dat leverde soms komische beelden op. “Soms viel hun oog op de camera en inspecteerden ze deze van dichtbij. Al negeerden de meeste dieren de camera’s”, aldus de ecoloog.

Ecoloog Martin Waanders plaatst een cameraval.

Representatief onderzoek

Die cameravallen zijn overigens ook gebruikt om het type menselijke gebruiker van de natuurbrug in beeld te krijgen. Martin geeft aan dat er dagelijks gemiddeld meer dan 150 mensen de oversteek maken, en dan vooral fietsers. Dat gebeurt vooral in de ochtend en het meest in het weekend”, licht hij alvast een tipje van de sluier op uit de resultaten van de monitoring.

Om de invloed van dit menselijk gebruik op de dieren goed in beeld te krijgen, zou je de natuurbrug het liefst een periode niet openstellen voor mensen. Ideaal om de resultaten daarvan te vergelijken met de tijd waarin bezoekers wel mogen passeren. Volgens Edgar was die opzet niet haalbaar. “We hebben ons daarom gericht op de effecten van verschillen in de gebruiksintensiteit van mensen. Zo onderzochten we of het aantal passages van dieren en het tijdstip waarop ze passeerden op drukke dagen anders was dan op dagen dat er weinig mensen van de brug gebruikmaakten.”

Oversteek in de nacht

Om die vraag te kunnen beantwoorden, moest het onderzoek eerst uitsluitsel geven of de doelsoorten ree, das en boommarter überhaupt gebruikmaken van de natuurbrug. “Al deze dieren zijn inderdaad waargenomen”, bevestigt Martin. “Ook hebben we andere dieren gezien, zoals de vos, haas en bunzing. De eekhoorn, die slechts tweemaal op de natuurbrug is geregistreerd, lijkt de natuurbrug vooralsnog te mijden”, ervaart de ecoloog.

Het passeren van de natuurbrug vindt voor het grootste deel in de nacht plaats. Aan het begin van de avond zie je volgens Edgar een toename, maar in de vroege ochtend zijn er relatief weinig dieren die zich aan de oversteek wagen. Hoewel de dieren hier tamelijk eensgezind lijken, zijn ze dat in de frequentie van passeren veel minder.
“Uit de resultaten zien we bijvoorbeeld dat de ree doorgaans tweemaal per dag oversteekt, terwijl de das dat maar één keer per week doet en de boommarter slechts één keer per twee maanden passeert”, licht de onderzoeker in het kort de verschillen toe.

Variaties zijn er ook in de wijze waarop de dieren passeren. “Waar we das en vos voornamelijk in draf voorbijkomen, neigen de boommarter en bunzing meer naar sluipgang”, ervaart Martin.

Impressie van een eekhoorn die de natuurbrug passeert via de Stobbenwal.

In de praktijk

Uit de onderzoeksresultaten kan geconcludeerd worden dat vooral de ree, vos en haas zich niet laten afschrikken door de menselijke medegebruiker. “Of het nu wel of niet druk is met mensen, we zien dat in de passage-aantallen niet terug”, schetst Edgar.
“Wel merken we een belangrijk effect op het tijdstip van passeren van reeën. Op drukke dagen maken deze dieren pas later op de avond de oversteek”, aldus Edgar, die dit effect niet constateerde bij de soorten vos en haas. Voor de overige diersoorten kon dit niet worden onderzocht, omdat het aantal registraties te gering was voor een gedegen statistische analyse.

Kortom, het onderzoek wijst uit dat natuurbruggen ook in verstedelijkt gebied functioneel kunnen zijn. Want de effecten van de medegebruikers lijken dus mee te vallen. Wat betekent deze uitkomst voor de terreinbeheerder in de praktijk?
Poul legt uit: “De inpassing van recreatie op een natuurbrug kan overwogen worden als een weg ook voor de recreatie een barrière vormt. In stedelijk gebied, zoals in het Gooi, ontstaat deze maatschappelijke wens al gauw. Recreatief medegebruik van een natuurbrug kan dan bijdragen aan acceptatie en realisatie van natuurbruggen in verstedelijkt gebied en vergroot de aandacht voor natuur(herstel).”

“Met dit onderzoek in de hand is het beter uit te leggen aan bewoners in de omgeving dat investeren in een natuurbrug ook in stedelijke omgeving absoluut de moeite waard is en écht kan bijdragen aan versterking van de natuur”, besluit de beleidsadviseur van het Goois Natuurreservaat.

Impressie van een vos die de natuurbrug passeert.

Bovenstaand artikel is ook verschenen in de nieuwste editie van vakblad Natuur, Bos en Landschap.

 

Meer weten over ecologisch onderzoek

Ecologisch inzicht begint bij de kennis van dier- en plantensoorten, bodem- en waterkwaliteit. Ecologisch onderzoek bestaat in allerlei soorten en maten. Daarom werken wij niet alleen met een breed scala van methodieken op dat vlak. Maar ook op het gebied van de analyse van de verzamelde gegevens. Kijk voor meer informatie op onze uitgebreide dienstenpagina voor ecologisch onderzoek.

 

Het bericht Natuurbruggen: gaan mens en dier samen? verscheen eerst op RPS.