Biodiversiteit als drijvende kracht - Werken bij RPS

Biodiversiteit als drijvende kracht

biodiversiteit-als-drijvende-kracht

Biodiversiteit als drijvende kracht

Posted on in Nieuws


Is het echt mogelijk om huizen en wegen te bouwen, gebieden in te richten én de biodiversiteit te vergroten, terwijl we de stikstofuitstoot verminderen? Gerben Kalkman (Prommenz), Benno Jimmink (Witteveen+Bos) en Reinoud van Oosten (RPS) zijn ervan overtuigd dat dit haalbaar is. In de nieuwste editie van het vakblad Land+Water doen zij hun verhaal. Lees hier online hun betoog.

 

Boerenzakdoeken aan autospiegels. Omgekeerde dundoeken in weilanden. Tranen bij een jong stel dat hun nieuwbouwwoning in rook ziet opgaan. Een massaal protest van werkgevers en werknemers uit de transportsector op het Malieveld. Nederland is in de ban van de stikstofcrisis.

 

Dit komt mede doordat de Raad van State vorig jaar heeft besloten dat de stikstof die vrijkomt bij bouwprocessen meetelt in de berekeningen en schadelijk kan zijn voor beschermde natuurgebieden. Voordat een bouwproject mag starten, moeten bouwbedrijven berekenen hoeveel stikstof er vrijkomt. Zo’n berekening heet een Aerius-berekening. Als dat boven een bepaalde hoeveelheid uitkomt, moeten ze extra onderzoek doen en een vergunning aanvragen om de natuur te beschermen.

 

 

Ganzenkeutel

Benno Jimmink, projectmanager Air Quality and Health bij Witteveen+Bos, vindt het jammer dat het bij alle bouwprojecten nu verplicht is dit soort uitgebreide berekeningen te maken. “Aerius is oorspronkelijk ontworpen als een model om de verspreiding van stoffen in de atmosfeer te voorspellen, niet als een juridisch instrument.”

 

Hij vervolgt: “Hierdoor zijn er beperkingen en onzekerheden in het model die veel groter zijn dan de kleinste hoeveelheid stoffen die we nu moeten beschrijven en waar we nog net aan mogen voldoen. Dat is 0,005 mol stikstof per hectare per jaar, oftewel minder dan een ganzenkeutel op een hectare. Aerius is een nuttig hulpmiddel om inzicht te krijgen in de situatie, maar het is niet bedoeld om harde grenzen vast te leggen. In dat opzicht zijn we te ver doorgeschoten.”

 

Cruciale rol voor GWW

Waar het nu vooral gaat over de rekenregels en berekeningen op stikstof is het volgens landbouwkundig ingenieur, planoloog en ecoloog Gerben Kalkman van Prommenz beter om die discussie te verschuiven naar het versterken van de biodiversiteit.

 

“Moeten wij als klein land het tweede exportland ter wereld zijn? Het systeem moet veranderen. Dit doe je door niet meer landelijk maar lokaal met de boeren te zoeken naar oplossingen. Want daar maak je het verschil. Nu draaien we aan allerlei emissieknoppen, terwijl we de landbouw vergeten en daar zit juist de oplossing. Wij kunnen als GWW-sector een cruciale rol spelen om partijen op lokaal niveau bij elkaar te brengen”, stelt Kalkman.

 

Lef tonen

Aangezien de GWW-sector vaak werkt aan ruimtelijke projecten, soms van aanzienlijke omvang, is zij bij uitstek de aangewezen partij om het initiatief te nemen bij het toevoegen van biodiversiteit, dus op het moment dat er geïnvesteerd wordt in het gebied.

 

Reinoud van Oosten, managing director bij RPS, stelt dat de ingenieur hierbij best wat meer lef mag tonen om opdrachtgevers uit te dagen bij het vergroten van de biodiversiteit. “Neem het bij je ontwerpopgave structureel als doelstelling mee in projecten, ook al bewandel je daarmee niet de makkelijkste weg. We zijn als ingenieurssector innovatief en verzinnen niet voor niets de mooiste dingen ter wereld.”

Het bericht Biodiversiteit als drijvende kracht verscheen eerst op RPS.